Ouders mogen een bepaald bedrag per jaar belastingvrij schenken aan hun kinderen. In 2016 bedraagt dit bedrag € 5.304. Bij het bepalen van de omvang van de schenking wordt gekeken naar het totaal van de schenkingen in een kalenderjaar. Het is dus belangrijk om te weten wat wel en wat niet wordt gezien als een schenking.
Om van een schenking te kunnen spreken moet aan drie voorwaarden worden voldaan. Deze zijn:
• Verarming bij degene die de schenking doet;
• Verrijking bij degene die de schenking ontvangt;
• De schenking moet uit vrijgevigheid worden voldaan.
Al enige tijd loopt er een discussie of de bedragen die een ouder bijdraagt aan de studie van een kind, gezien moeten worden als een schenking. Als dit zo is, moet met deze betalingen dus rekening worden gehouden als men wil voorkomen dat men boven de vrijstelling uitkomt.
Burgerlijk Wetboek
Op grond van het Burgerlijk Wetboek heeft een ouder de verplichting om een kind te onderhouden. Dit is een levenslange verplichting waarbij wel opgemerkt moet worden dat een kind dat 21 jaar of ouder is, moet kunnen aantonen dat er sprake is van behoeftigheid (onvermogen buiten de hulp van anderen te kunnen). Deze omschrijving zou voldoende moeten zijn om te stellen dat er geen sprake is van vrijgevigheid en er dus geen sprake is van een schenking. Als de bijdrage in de studie wel een schenking zou zijn waarom is dan het kopen van kleding of het verstrekken van eten dat niet?
Lees verder...