De aangescherpte gebruikelijkloonregeling
Het uitgangspunt voor het gebruikelijk loon is een minimaal jaarloon van € 44.000. Heeft de dga personeel in dienst, dan mag het loon van de dga in principe niet
onder het salaris van de meest verdienende werknemer komen. De dga heeft nog wel de mogelijkheid om aannemelijk te maken dat het gebruikelijke loon op een lager bedrag dan € 44.000 of het hogere loon
van de meest verdienende werknemer moet worden vastgesteld, bijvoorbeeld bij deeltijdfuncties of als de dga voornamelijk werkzaamheden van eenvoudige aard verricht.
Het
salaris van de dga mag voorts niet te veel afwijken van hetgeen gebruikelijk is in niet dga-verhoudingen. In de praktijk betekent dit vaak een hoger dan het minimum salaris van € 44.000. Tot 1 januari
jl. mocht deze afwijking (zogeheten doelmatigheidsmarge) maximaal 30% bedragen, hetgeen per 1 januari is teruggebracht tot 25%. Daarnaast hoeft de fiscus sinds 1 januari voor vergelijkingsdoeleinden niet
meer op zoek te gaan naar een soortgelijke dienstbetrekking (lees: nagenoeg identieke dienstbetrekking) als die niet bestaat, maar ‘de meest vergelijkbare dienstbetrekking’ oftewel iets wat goed vergelijkbaar
is.
lees verder...